Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Benodigde documenten ter beschikking stellen
Benodigde documenten verstrekken
Beschikking
Beschikking van buitenvervolgingstelling
Beschikking van de Commissie
Beschikking van de EG
Beschikking van de Raad
Beslissing tot buitenvervolgingstelling
Besluit
Besluit van de Europese Centrale Bank
Besluit van de Europese Raad
Besluit van het Europees Parlement
Bevelschrift tot buitenvervolgingstelling
Buitenvervolgingstelling
EG-beschikking
EGA-beschikking
Euratom-beschikking
Noodzakelijke documenten ter beschikking stellen
Noodzakelijke documenten verstrekken

Vertaling van "Beschikking van buitenvervolgingstelling " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE
beschikking van buitenvervolgingstelling

décision de non-lieu | ordonnance de non-lieu


beschikking van buitenvervolgingstelling

ordonnance de classement


besluit (EU) [ beschikking van de Commissie | beschikking van de Raad | besluit van de Europese Centrale Bank | besluit van de Europese Raad | besluit van het Europees Parlement | EG-beschikking ]

décision (UE) [ décision communautaire | décision de la Banque centrale européenne | décision de la Commission | décision du Conseil | décision du Conseil européen | décision du Parlement européen ]




beslissing tot buitenvervolgingstelling

décision de non-lieu




EGA-beschikking [ Euratom-beschikking ]

décision CEEA [ décision Euratom ]


bevelschrift tot buitenvervolgingstelling

ordonnance de non-lieu


beschikking van de EG [ beschikking (EG) ]

décision CE


noodzakelijke documenten ter beschikking stellen | noodzakelijke documenten verstrekken | benodigde documenten ter beschikking stellen | benodigde documenten verstrekken

fournir les documents nécessaires
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
De verzoekende partij in de zaak nr. 6498 voert aan dat de bestreden artikelen 109, 110 en 115 van de wet van 5 februari 2016 een schending inhouden van de artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat « het openbaar ministerie en de burgerlijke partij [...] een onmiddellijk cassatieberoep [kunnen] instellen tegen elke beschikking tot buitenvervolgingstelling, ook wanneer die gegrond is op de onregelmatigheid van het gerechtelijk onderzoek terwijl, omgekeerd, de inverdenkinggestelde niet onmiddellijk cassatieberoep kan aantek ...[+++]

La partie requérante dans l'affaire n° 6498 fait valoir que les articles 109, 110 et 115, attaqués, de la loi du 5 février 2016 violent les articles 10, 11 et 12 de la Constitution, combinés ou non avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que « le ministère public et la partie civile [...] peuvent former un pourvoi en cassation immédiat contre toute ordonnance de non-lieu, même lorsque cette ordonnance est fondée sur l'irrégularité de l'instruction, alors que, à l'inverse, l'inculpé ne peut pas former un recours en cassation immédiat contre une ordonnance de renvoi, même lorsqu'il invoque l'irrég ...[+++]


De beschikking van buitenvervolgingstelling verhindert de voortzetting van de strafvordering onder meer om reden dat de feiten geen misdrijf vormen of er geen voldoende bezwaren bestaan die het mogelijk maken de verdachte te vervolgen, maar ook wanneer andere wettelijke beletselen de voortzetting van de strafvordering verhinderen; door die beschikking aan te nemen, spreekt het onderzoeksgerecht zich echter niet uit over de grond van de strafvordering.

L'ordonnance de non-lieu empêche la poursuite de l'action pénale notamment au motif que les faits ne sont pas constitutifs d'infraction ou qu'il n'existe pas de charges suffisantes permettant de poursuivre l'inculpé, mais également lorsque d'autres obstacles légaux empêchent la poursuite de l'action publique; en adoptant cette ordonnance, la juridiction d'instruction ne se prononce toutefois pas sur le fond de l'action publique.


Met de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van die bepaling, in zoverre zij voor de verdachte in een termijn van vierentwintig uren voorziet om verzet aan te tekenen tegen de beschikking van de raadkamer waarbij de feiten bewezen worden verklaard en waarbij de opschorting van de uitspraak van de veroordeling wordt uitgesproken, terwijl krachtens artikel 135, §§ 1 en 3, van het Wetboek van strafvordering, de procureur des Konings en de burgerlijke partij over een termijn van vijftien dagen beschikken om hoger beroep in te stellen tegen een door hetzelfde rechtscollege uitgesproken beschikking van buitenvervolgingstelling ...[+++]

La question préjudicielle invite la Cour à se prononcer sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de cette disposition, en ce qu'elle prévoit pour l'inculpé un délai de vingt-quatre heures pour former opposition de l'ordonnance de la chambre du conseil déclarant les faits établis et prononçant la suspension du prononcé de la condamnation, alors qu'en vertu de l'article 135, §§ 1 et 3, du Code d'instruction criminelle, le procureur du Roi et la partie civile disposent d'un délai de quinze jours pour interjeter appel d'une ordonnance de non-lieu prononcée par la même juridiction.


Dat verschil berust immers op een pertinent criterium ten aanzien van de gevolgen en de draagwijdte van de beschikkingen die het voorwerp uitmaken van het beroep : de beschikking waarbij tot de opschorting van de uitspraak wordt besloten, stelt de tenlastelegging vast en veronderstelt de instemming van de verdachte met een maatregel die, indien hij niet wordt ingetrokken, een einde maakt aan de vervolging, terwijl de beschikking van buitenvervolgingstelling zich ertoe beperkt vast te stellen dat de strafvordering niet kan worden voortgezet, zonder zich uit te spreken over het al dan niet vaststaan van de tenlastelegging.

En effet, cette différence repose sur un critère pertinent au regard des effets et de la portée des ordonnances qui font l'objet du recours : l'ordonnance décidant de la suspension du prononcé établit la prévention, et suppose un accord de l'inculpé sur une mesure qui, si elle n'est pas révoquée, met fin aux poursuites, tandis que l'ordonnance de non-lieu se limite à constater que l'action publique ne peut être poursuivie, sans se prononcer sur l'établissement ou non de la prévention.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Hoewel de verdachte die de voorwaarden tot verlening van de opschorting van de uitspraak waartoe bij een beschikking van de raadkamer is beslist, betwist, en de procureur des Konings of de burgerlijke partij die hoger beroep instellen tegen een beschikking van buitenvervolgingstelling die door datzelfde rechtscollege is uitgesproken, zich niet in een identieke situatie bevinden, bevinden zij zich echter niet in situaties die zo verschillend zijn dat zij niet zouden kunnen worden vergeleken, aangezien de beroepen van die partijen respectievelijk betrekking kunnen hebben op de feiten die de verdachte ten laste worden gelegd.

Si l'inculpé qui conteste les conditions d'octroi de la suspension du prononcé décidée par une ordonnance de la chambre du conseil et le procureur du Roi ou la partie civile qui interjettent appel d'une ordonnance de non-lieu prononcée par cette même juridiction ne se trouvent pas dans une situation identique, ils ne se trouvent toutefois pas dans des situations à ce point différentes qu'elles ne pourraient être comparées, dès lors que les recours de ces parties peuvent porter, respectivement, sur les faits mis à charge de l'inculpé.


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 18 maart 2015 in zake A.M. tegen V. V. V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 maart 2015, heeft het Hof van Cassatie de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het beroep van de verdachte tegen ...[+++]

La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt du 18 mars 2015 en cause de A.M. contre V. V. V., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 mars 2015, la Cour de cassation a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il sub ...[+++]


Het Hof beperkt zijn onderzoek tot het geval waarin door het openbaar ministerie hoger beroep wordt ingesteld tegen een beschikking van verwijzing van de raadkamer, terwijl het openbaar ministerie de buitenvervolgingstelling vorderde.

La Cour limite son examen à l'hypothèse dans laquelle le ministère public interjette appel d'une ordonnance de renvoi de la chambre du conseil, alors qu'il avait requis le non-lieu.


3. Schendt artikel 135, § 1, van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie slechts een ontvankelijk hoger beroep kan instellen tegen een beschikking van de raadkamer waarbij tot verwijzing van een of meerdere inverdenkinggestelden wordt besloten en dit terwijl het openbaar ministerie de buitenvervolgingstelling van deze inverdenkinggestelde(n) vorderde, voor zover het openbaar ministerie bij schriftelijke conclusie een middel zoals bedoeld in artikel 135 ...[+++]

3. L'article 135, § 1, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans l'interprétation selon laquelle le ministère public peut seulement interjeter un appel recevable d'une ordonnance de la chambre du conseil ordonnant le renvoi d'un ou de plusieurs inculpés, alors que le ministère public avait requis pour eux le non-lieu, pour autant que le ministère public ait invoqué devant la chambre du conseil, par conclusions écrites, un moyen visé à l'article 135, § 2, du Code d'instruction criminelle, et ce, eu égard à la différence fondamentale qui existe entre le ministère public et les autres parties ...[+++]


2. Schendt artikel 135, § 1, van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen een beschikking van de raadkamer waarbij tot verwijzing van een of meerdere inverdenkinggestelden wordt besloten en dit terwijl het openbaar ministerie de buitenvervolgingstelling van deze inverdenkinggestelde(n) vorderde, aangenomen dat het openbaar ministerie moet beschikken over een bijzonder juridisch belang als algemene voorwaa ...[+++]

2. L'article 135, § 1, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans l'interprétation selon laquelle le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à l'encontre d'une ordonnance de la chambre du conseil ordonnant le renvoi d'un ou de plusieurs inculpés, alors que le ministère public avait requis pour eux le non-lieu, si l'on admet que le ministère public doit justifier d'un intérêt juridique particulier, en tant que condition générale de recevabilité du recours, et ce, eu égard à la différence fondamentale qui existe entre le ministère public et les autres parties au procès pénal et qu ...[+++]


Artikel 212, eerste lid, bepaalt dat er geen reden tot vervolging is indien « tegen de inverdenkinggestelde generlei bezwaar (lees : « tenlastelegging » ?) bestaat », terwijl artikel 210, tweede lid, achtste streepje, bepaalt dat een beschikking tot buitenvervolgingstelling wordt gewezen « indien er geen voldoende bezwaren voorhanden zijn » en in artikel 212, tweede lid, ook gewag wordt gemaakt van een « beschikking tot buitenvervolgingstelling, wegens ontoereikende bezwaren ».

L'article 212, alinéa 1, dispose qu'il n'y a pas lieu à poursuivre s'il n'existe « aucune charge contre l'inculpé », alors que l'article 210, alinéa 2, 8 tiret, dispose qu'une ordonnance de non-lieu est rendue « s'il n'y a pas de charge suffisante » et que l'article 212, alinéa 2, mentionne lui aussi une « ordonnance de non-lieu, en raison de l'insuffisance des charges ».




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'Beschikking van buitenvervolgingstelling' ->

Date index: 2022-05-18
w