Haar beroep is derhalve niet gericht tegen artikel 7.1.5, § 4, vierde lid, eerste zin, van het Energiedecreet, zoals aangevuld door het bestreden artikel 4 van het decreet van 6 mei 2011, dat betrekking heeft op de gedeeltelijke bijstook van biomassa in een steenkoolcentrale, noch tegen het zesde lid van diezelfde bepaling, dat eveneens betrekking heeft op de gedeeltelijke bijstook.
Par conséquent, son recours n'est pas dirigé contre l'article 7.1.5, § 4, alinéa 4, première phrase, du décret sur l'énergie, complété par l'article 4, attaqué, du décret du 6 mai 2011, qui concerne la combustion combinée de biomasse dans une centrale au charbon, ni contre l'alinéa 6 de cette même disposition, qui concerne également la combustion combinée.