Bij het berekenen van het bruto-eindverbruik van energie van een lidstaat met het oog op het meten van de mate waarin voldaan wordt aan de streefcijfers en de indicatieve keten die is vastgesteld in deze richtlijn, wordt de hoeveelheid in de luchtvaart verbruikte energie beschouwd als niet meer dan 6,18 % van het bruto-eindverbruik van energie van die lidstaat.
Dans le calcul de la consommation finale brute d’énergie d’un État membre aux fins d’évaluer le respect des objectifs et de la trajectoire indicative fixés dans la présente directive, la part de l’énergie consommée dans le secteur de l’aviation est considérée comme ne dépassant pas 6,18 % de la consommation finale brute d’énergie de l’État membre en question.