II (a) een stijging van de productiekosten, berekend als een deel van de bruto toegevoegde waarde, van ten minste 5 % en een intensiteit van de handel met derde landen hoger is dan 10 %; (b) ofwel een stijging van de productiekosten van ten minste 30 % ; (c) ofwel een intensiteit van handel met derde landen hoger dan 30 %.
II (a) des coûts supplémentaires de production, calculés en proportion de la valeur ajoutée brute, d’au moins 5 % et une intensité des échanges avec des pays tiers supérieure à 10 % ; (b) ou des coûts supplémentaires d’au moins 30 % ; (c) ou une intensité des échanges avec des pays tiers supérieure à 30 %.