Een cochleair implantaat (CI) bestaat uit twee delen: een inwendig gedeelte dat wordt ingeplant achter/in het oor en uit een uitwendig gedeelte, namelijk een soort van hoorapparaat dat uitwendig wordt " gekoppeld" aan het inwendige gedeelte.
Un implant cochléaire (IC) se compose de deux éléments : une partie interne implantée derrière l'oreille ou dans celle-ci, et une partie externe, une sorte d'appareil auditif relié à la partie interne.