47. verzoekt de Commissie minimumeisen vast te stellen
voor een geharmoniseerd model, een geharmoniseerde methodiek en een geharmoniseerd evaluatieproces voor nat
ionale actieplannen inzake energie-efficiëntie; merkt op dat dit een vermindering van de administratieve lasten voor de lidstaten tot gevolg zal hebben, de garantie biedt dat de nat
ionale actieplannen inzake ...[+++] class=yellow2> energie-efficiëntie adequaat zijn opgezet en het opmaken van vergelijkende analyses zal vergemakkelijken; is van mening dat deze geharmoniseerde opzet en deze geharmoniseerde methodiek nopen tot een indeling per sector en dat daarbij een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds in een eerder stadium door lidstaten toegepaste beleidsinstrumenten en -maatregelen op het gebied van
energie-efficiëntie, en anderzijds nieuwe en aanvullende beleidsmaatregelen en acties op dit terrein; wijst op de desbetreffende bepalingen van de voorgestelde richtlijn inzake bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen; benadrukt dat de controle door de Commissie en - zonodig - de afwijzing van de nationale actieplannen op het moment van de indiening ervan garant zou staan voor een betere kwaliteit van de uitvoering in de latere stadia; pleit voor coördinatie van nationale actieplannen en rapporten in het kader van de respectieve wetgevingsinstrumenten die verband houden met de klimaatveranderingsdoelstellingen; roept de Commissie op de nat
ionale actieplannen inzake energie-efficiëntie over en weer te vergelijken met andere nationale actieplannen en rapporten op dit terrein, waaronder de documenten die zijn ingediend in het kader van het Kyoto-protocol en van de documenten inzake nationale strategische referentiekaders voor structuurfondsen;
4
7. demande à la Commission de fixer les exigences minimales
d'un modèle, d'une méthodologie et d'une procédure d'évaluation harmonisés des plans d'action nationaux en matière d'efficacité énergétique; note que cela permettra d'alléger la charge administrative pesant sur les États membres, de veiller au bien-fondé des plans d'action nationaux et de faciliter les analyses comparatives; estime que ce modèle et cette méthodologie harmonisés nécessitent une subdivision en chapitres sectoriels et doivent établir une nette distinction ent
...[+++]re, d'une part, les politiques et les actions adoptées antérieurement par les États membres dans ce domaine et, d'autre part, les politiques et actions nouvelles revêtant un caractère complémentaire; renvoie aux dispositions correspondantes de la proposition de directive relative à la promotion de l'utilisation de l'énergie produite à partir de sources renouvelables; fait observer que le contrôle par la Commission et, le cas échéant, le rejet des plans d'action nationaux au moment de leur présentation est le gage d'une meilleure mise en œuvre en aval; se prononce en faveur de la coordination des plans d'action nationaux et des rapports prévus par les différents instruments législatifs présentant un lien avec les objectifs en matière de changement climatique; demande à la Commission de comparer les plans d'action nationaux en matière d'efficacité énergétique avec d'autres plans d'action et rapports nationaux de ce type, et notamment ceux communiqués dans le cadre du protocole de Kyoto, ainsi que les documents des cadres de référence stratégiques nationaux des fonds structurels;