G. overwegende dat elke vorm van genitale verminking een daad van geweld tegen vrouwen is en een schending van hun fundamentele rechten inhoudt, in het bijzonder van hun recht op fysieke integriteit en psychische gezondheid en van hun seksuele en reproductieve rechten, en overwegende dat deze schending in geen geval gerechtvaardigd kan worden door de eerbied voor culturele tradities of initiatieriten,
G. considérant que toute mutilation génitale féminine, quel qu'en soit le degré, est un acte de violence contre la femme qui équivaut à une violation de ses droits fondamentaux, notamment le droit à son intégrité personnelle et physique et à sa santé mentale, ainsi que de ses droits en matière de sexualité et de procréation et que cette violation ne saurait en aucun cas être justifiée par le respect de traditions culturelles de types divers ou de rites initiatiques,