4.1.1. Bij beveiligingsinrichtingen van type 1 of type 2 mag het slot alleen kunnen worden vergrendeld door een beweging van de sleutel, wanneer de in punt 2.5 gedefinieerde stuurinrichting in de juiste stand staat opdat de schoot in de daarvoor bestemde uitsparing kan schuiven.
4.1.1. Dans le cas de dispositifs de protection de type 1 ou de type 2, il ne doit être possible d'engager la serrure que par un mouvement de la clé, le dispositif de conduite tel que défini au point 2.5 se trouvant dans la position appropriée pour l'engagement du pêne dans la fente correspondante.