De feiten die aanleiding hebben gegeven tot het geschil voor de verwijzende rechter, hebben betrekking op de erfgenaam van de blote eigendom van een nalatenschap die, na het vervallen van het recht van de legataris op het vruchtgebruik van de nalatenschap, de volle eigendom heeft verkregen van het onroerend goed uit de nalatenschap, bezwaard met de wettelijke hypotheek waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet.
Les faits qui ont donné lieu au litige pendant devant le juge a quo concernent l'héritier de la nue-propriété d'une succession qui, à la suite de la déchéance du droit du légataire à l'usufruit de la succession, est devenu plein propriétaire de l'immeuble de la succession, grevé de l'hypothèque légale prévue par la disposition en cause.