Een nog duidelijker voorbeeld is de volgende, toch wel voor zich sprekende, afwijzing door de Raad van State : « In het licht van die vaststelling lijkt het op zijn minst aangewezen dat de Regering zich ernstig zou bezinnen omtrent de vraag of de interpretatie welke in het voorliggend ontwerp wordt voorgestaan, nog in redelijkheid valt te rijmen met zo niet de letter, dan toch de geest van de richtlijn 79/7/E.E.G».
Mais le Conseil d'État a formulé sa réprobation de façon plus claire et explicite encore en écrivant : « Il paraît pour le moins indiqué, à la lumière de cette constatation, que le Gouvernement s'interroge sérieusement sur la question de savoir si l'interprétation préconisée par le présent projet peut encore se concilier, raisonnablement, sinon avec la lettre, du moins avec l'esprit de la directive 79/7/C.E.E».