Maakt de Raad zich geen zorgen over het vooruitzicht van een EU die in het centrum steeds vitaler wordt met een aantal sterke lidstaten, met daaromheen een periferie van zwakkere lidstaten, hetgeen zou kunnen leiden tot desillusies omtrent het gehele EU-project, met alle nadelige gevolgen van dien voor alle lidstaten?
Le Conseil ne s’inquiète-t-il pas de la perspective d’un renforcement permanent de l’Union européenne en son centre, avec un «noyau dur» d’États membres forts, et, à sa périphérie, des États membres plus faibles, perspective qui pourrait susciter bien des désillusions quant au projet européen, et ce au détriment de tous les États membres?