Dat criterium, samen met het criterium van « ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening » stelt duidelijker grenzen aan de strekking van de wet : het moet gaan om patiënten die lijden aan een ernstige, ongeneeslijke ziekte, waarvoor de geneeskunde geen curatieve behandelingen meer kan voorstellen, maar die zich daarom niet in de zogenoemde « terminale » fase van de ziekte bevinden.
Ce critère, combiné avec celui de « l'affectation pathologique ou accidentelle grave et incurable » balise plus complètement le champ d'application de la loi : il s'agit des patients, atteints d'une maladie grave, incurable, auxquels la médecine ne peut plus proposer de traitements curatifs, mais qui ne se trouvent pas pour autant dans la phase dite « terminale » de la maladie.