Art. 12. Wanneer de aanvrager van een erkenning van beroepskwalificaties in het kader van het recht van vestiging, om een bijzondere en uitzonderlijke reden, niet voldoet aan de eisen inzake de daadwerkelijke en wettige beroepsuitoefening bedoeld in de artikelen 5, 8, 9, 10 en 11, zijn de artikelen 13 tot 16 van de wet van 12 februari 2008 tot instelling van een nieuw algemeen kader voor de erkenning van EG-beroepskwalificaties, van toepassing.
Art. 12. Lorsque le demandeur d'une reconnaissance de qualifications professionnelles dans le cadre du droit d'établissement, ne satisfait pas, pour un motif spécifique et exceptionnel, aux conditions d'exercice effectif et licite prévues aux articles 5, 8, 9, 10 et 11, les articles 13 à 16 de la loi du 12 février 2008 instaurant un nouveau cadre général pour la reconnaissance des qualifications professionnelles, sont d'application.