HOOFDSTUK III. - Schadeloosstelling Art. 9. Recht op een schadeloosstelling hebben : 1° de houders van een eigendomsrecht, van een recht van vruchtgebruik, van gebruiksrecht, bewoningsrecht, erfpachtrecht, recht van opstal met betrekking tot het erf vallend onder de machtiging; 2° de gerechtigden van een erfdienstbaarheid die deze grond bezwaart indien de uitvoering van de machtiging van aard is de voordelen die zij aan deze erfdienstbaarheid ontlenen, te verminderen.
CHAPITRE III. - De l'indemnité Art. 9. Ont droit à une indemnité : 1° les titulaires d'un droit de propriété, d'usufruit, d'usage, d'habitation, d'emphytéose et de superficie portant sur le fonds concerné par l'autorisation; 2° les bénéficiaires d'une servitude grevant ce fonds si la mise en oeuvre de l'autorisation est de nature à diminuer les avantages qu'ils tirent de cette servitude.