17. is verontrust over de vele gevallen van mishandeling door de politie- en ordediensten, met name wat betreft het onevenredig gebruik van geweld tegen vreedzame deelnemers en journalisten tijdens manifestaties, en het buitensporig gebruik van niet-dodelijke wapens, zoals knuppels, rubberkogels en tasers; verzoekt de lidstaten te waarborgen dat de leden van veiligheidstroepen identificatie-elementen op hun uniform dragen en altijd verantwoordelijk worden gehouden voor hun daden; eist dat politiecontroles op basis van etnische en raciale profilering een halt worden toegeroepen; uit zijn bezorgdheid over het feit dat de vrijheid van vergadering en vreedzame betoging steeds meer aan banden wordt gelegd en wijst erop dat het recht van verga
...[+++]dering, vereniging en de vrijheid van meningsuiting de basis vormen voor het recht van betoging; verzoekt de lidstaten geen maatregelen te treffen waarmee de uitoefening van de fundamentele vrijheden en de grondrechten zou worden ondermijnd of zelfs strafbaar gesteld, en dringt er bij hen op aan maatregelen te nemen om te waarborgen dat slechts in uitzonderlijke en door een reële en ernstige bedreiging van de openbare orde gerechtvaardigde gevallen gebruik wordt gemaakt van geweld, en benadrukt opnieuw dat de politie in de eerste plaats moet zorgen voor de veiligheid en de bescherming van mensen; 17. est préoccupé par les nombreux cas de mauvais traitements perpétrés par les forces de police, notamment l'utilisation disproportionnée de la force contre des participants pacifiques et des journalistes à l'occasion de manifestations, et l'utilisation excessive d'armes non létales, comme les matraques, les balles de caoutchouc, les «tasers», etc.; demande que les États membres assurent le port d'éléments d'identification sur les uniformes des forces de sécurité et ne laissent pas d'espace à l'impunité; demande la fin des contrôles de police basés sur le profil ethnique et racial; exprime ses préoccupations face à la multiplication des restrictions à la liberté de rassemblement et de manifester pacifiquement, et souligne que la liberté
...[+++] de rassemblement, la liberté d'association et la liberté d'expression sont à la base du droit de manifester; demande aux États membres de s'abstenir de prendre des mesures qui porteraient atteinte à l'exercice des droits et des libertés fondamentales, voire qui pénaliseraient cet exercice; les exhorte à prendre des mesures qui restreignent l'usage de la force aux situations exceptionnelles dûment justifiées par une menace réelle et grave pesant sur l'ordre public et rappelle que le rôle premier des forces de police est de garantir la sécurité et la protection de la population;