Volgens de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben de verdragspartijen, krachtens de artikelen 1 en 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, een positieve verplichting om na een moord of een doodslag een daadwerkelijk onderzoek te voeren naar de omstandigheden van de zaak, ook als de daders geen overheidspersonen zijn (zie onder meer Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Ergi t/ Turkije van 28 juli 1998, § 82; Tanrikulu t/ Turkije van 8 juli 1999, § 103; Demiray t/ Turkije van 21 november 2000, § 48).
Selon la juris
prudence de la Cour européenne des droits de l'homme, les parties contractantes ont une obligation positive, en vertu des articles 1 et 2 de la Convention européenne des dr
oits de l'homme, de mener une enquête, à l'issue d'un assassinat ou d'un meurtre, au sujet des circonstances de l'affaire, y compris lorsque les auteurs ne sont pas des autorités (voy. entre autres : Cour européenne des droits de l'homme, Ergi c/ Turquie du 28 juillet 1998, § 82; Tanrikulu c/ Turquie du 8 juil
...[+++]let 1999, § 103; Demiray c/ Turquie du 21 novembre 2000, § 48).