c) al dan niet gematerialiseerde rechten die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op roerende of onroerende goederen die ondergebracht zijn in een juridische of feitelijke vereniging, onverdeeldheid of groepering, waarbij de houders van die rechten niet het privatief genot verkrijgen van deze goederen, waarvan het collectief beheer wordt overgedragen aan een persoon die beroepshalve optreedt, alsook bewijzen van dergelijke rechten (wet van 10 juli 1969, artikel 1; wet van 4 december 1990, artikel 1, § 1, 3°, c);
c) des droits, matérialisés ou non, portant directement ou indirectement sur des biens meubles ou immeubles, organisés en association, indivision ou groupement, de droit ou de fait, ne conférant pas aux titulaires la jouissance privative de ces biens dont la gestion, organisée collectivement, est confiée à une personne agissant à titre professionnel, ainsi que des preuves de tels droits (loi du 10 juillet 1969, article 1, loi du 4 décembre 1990, article 1, § 1, 3°, c);