Art. 10. Wanneer de betrokken werknemer niet het normale loon heeft genoten voor de maand oktober van het betrokken jaar, komt voor de berekening van het procentueel gedeelte van de eindejaarstoelage op basis van het geïndexeerd bruto jaarloon, zoals voorzien in artikel 5, § 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, het fictief loon van de maand oktober in aanmerking voor de berekening Onder "fictief loon" wordt hierbij verstaan : het normale loon zoals het voor de maand oktober van het betrokken jaar zou hebben bestaan.
Art. 10. Si l'intéressé n'a pas bénéficié de sa rémunération normale pour le mois d'octobre de l'année considérée, c'est le salaire fictif du mois d'octobre qui est pris en compte pour le calcul de la partie de l'allocation de fin d'année exprimée en pourcentage du salaire annuel brut indexé, tel que défini à l'article 5, § 3 de la présente convention collective de travail. Par "salaire fictif", on entend : le salaire normal qui aurait été versé au mois d'octobre de l'année visée.