118. wijst erop dat overheids- en particuliere investeringen, en nieuwe financieringsmogelijkheden voor beroepsonderwijs en levenslang leren, noodzakelijk zijn om te waarborgen dat werknemers, met name lager gekwalificeerde werknemers, beschikken over de juiste vaardigheden voor de digitale economie; roept de Commissie en de lidstaten op samen met de particuliere sector makkelijk toegankelijke, gestandaardiseerde en gecertificeerde online trainingen en innovatieve en toegankelijke opleidingsprogramma's op het gebied van e-vaardigheden te ontwikkelen waarmee deelnemers een minimum aan digitale vaardigheden kunnen verwerven; moedigt de lidstaten aan deze online-cursussen tot een integraal bestanddeel van de jongerengarantie te maken; moedi
...[+++]gt de Commissie en de lidstaten aan de basis te leggen voor wederzijdse erkenning van digitale vaardigheden en kwalificaties door middel van een Europees certificaten- of beoordelingssysteem, naar het voorbeeld van het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor het leren en onderwijzen van talen; benadrukt dat de culturele diversiteit in Europa en de meertaligheid gebaat zijn bij grensoverschrijdende toegang tot inhoud; 118. note que l'investissement public et privé ainsi que les investissements issus d
e nouvelles sources dans l'enseignement professionnel et l'apprentissage tout au long de la vie sont nécessaires pour veiller à ce que les travailleurs, en particulier les travailleurs les moins qualifiés, possèdent des compétences leur permettant de participer à l'économie numérique; invite la Commission et les États membres à mettre au point, conjointement avec l'économie privée, des cours en ligne faciles d'accès, normalisés et certifiés, ainsi que des programmes de formation aux compétences numériques innovants et accessibles, afin de transmettre aux
...[+++] participants des compétences numériques minimales; encourage les États membres à faire de ces cours en ligne une partie intégrante de la garantie pour la jeunesse; encourage la Commission et les États membres à jeter les bases d'une reconnaissance mutuelle des qualifications et des compétences numériques par la mise en place d'un certificat européen ou d'un système de notation, en suivant l'exemple du cadre européen commun de référence pour l'apprentissage et l'enseignement des langues; souligne que l'accès transfrontière au contenu est bénéfique pour la diversité culturelle en Europe ainsi que pour le multilinguisme;