Terwijl de Franstaligen bij de bespreking van de bijzondere financieringswet van 1989 de aan Nederlandstalige zijde ontwikkelde thesis aanvaard hebben dat men voor de gewesten steeds meer de richting uitgaat van een financiering op basis van de eigen middelen van elk gewest, werd op verzoek van de Franstaligen het besluit genomen dat de financiële overdracht van het onderwijs gegrond zou zijn op het beginsel « het ene kind is gelijk aan het andere ».
Si, lors de la discussion sur la loi spéciale de financement en 1989, on avait accepté du côté francophone la thèse développée du côté flamand selon laquelle, pour les régions, on s'oriente de plus en plus vers un financement basé sur les ressources propres de chaque région, il avait été acté, à la demande francophone, que le transfert financier de l'enseignement se ferait sur la base du principe « un enfant égale un enfant ».