Art. 15. Indien functioneel nodig, wijst de Minister bevoegd voor de administratie waartoe de betrokken ambtenaar behoort, op voorstel van de Secretaris-generaal, ambtenaren bedoeld in artikel 14 aan om gedurende een bepaalde tijd een van de volgende informaticafuncties uit te oefenen : functioneel analist, projectleider, helpdesk in bureautica en directeur van de studies.
Art. 15. En cas de nécessité fonctionnelle, le Ministre compétent pour l'administration à laquelle appartient l'agent concerné désigne, sur proposition du Secrétaire général, des agents visés à l'article 14 pour exercer, durant une période déterminée, une des fonctions informatiques suivantes : analyste fonctionnel, chef de projet, assistance en bureautique et directeur des études.