24. wijst op de situatie van vrouwen in de dienstensector, die vaak wordt gekenmerkt door onzekere arbeidsbetrekkingen
, lage salariëring, gebrek aan scholings- en opleidingsmogelijkheden, enz, en op de aanwezigheid van vrouwen in de traditionele activiteiten (onderwijs, zorgsector, gezondheidszorg, toerisme, restauratiewezen) alsmede in nieuwe en nog steeds groeiende branches (schoonheidsverzorging, recreatie); roept de lidstaten op om in hun beleid de rechten van de vrouwelijke werknemers te bevorderen en te beschermen (pensioen, sociale zekerheid, vorming, loopbaanontwikkeling, gelijke beloning, combinatie beroeps- en gezinsleven ...)
...[+++], en vraagt de lidstaten met name diensten op het gebied van kinder- en ouderenzorg tot stand te brengen om de combinatie van gezins- en beroepsleven daadwerkelijk aan te moedigen; 24. souligne la s
ituation des femmes dans le secteur des services, laquelle se caractérise souvent par des emplois précaires, des rémunérations faibles, un manque de possibilités de formation générale et professionnelle, etc., et leur participation dans le cadre d'activités traditio
nnelles (éducation, soins de santé et soins aux personnes âgées, santé, tourisme, restauration) ainsi que dans celui de secteurs nouveaux et qui ne cessent de se développer (esthétique, loisirs)
; invite les États membres ...[+++] à mettre en œuvre des politiques d'égalité qui protègent et promeuvent les droits des travailleuses (retraite, protection sociale, formation, promotion professionnelle, égalité de rémunération, conciliation de la vie professionnelle avec la vie de famille, etc.), et en particulier à développer des services de garde d'enfants et de personnes âgées, afin de soutenir activement la réconciliation entre vie de famille et vie professionnelle;