1. Als een handelsmerk bestaat in de vorm van het oudere recht van een derde, dan ontstaat een verbod om een rasbenaming op het grondgebied van de Gemeenschap te gebruiken door aan de voor de goedkeuring van de rasbenaming bevoegde instantie het betrokken handelsmerk mee te delen dat in één of meer lidstaten of op Gemeenschapsniveau gedeponeerd was vóór de goedkeuring van de betrokken rasbenaming, identiek is aan of gelijkt op de betrokken rasbenaming en geregistreerd is voor goederen die identiek zijn aan of gelijken op het betrokken ras.
1. Dans le cas d’un droit antérieur d’un tiers prenant la forme d’une marque enregistrée, l’emploi d’une dénomination variétale sur le territoire de la Communauté est réputé empêché par la notification à l’autorité compétente, en vue de l’agrément d’une dénomination variétale, d’une marque qui a été enregistrée dans un ou plusieurs États membres ou au niveau communautaire avant l’agrément de la dénomination variétale et qui est identique ou similaire à la dénomination variétale et enregistrée pour des produits identiques ou similaires à la variété végétale concernée.