Art. 36. Iedere hiërarchische meerdere met een rang ten minste gelijk aan die van korpscommandant die oordeelt dat ten aanzien van een lid van het varend personeel dat behoort tot een andere categorie dan die bedoeld in artikel 23, een schorsing of een schrapping als lid van het varend personeel moet worden uitgesproken, maakt een gedetailleerd verslag op dat een uiteenzetting van de feiten en een advies omvat over hun ernst, alsook voorstellen inzake de uitspraak van een schorsing of een schrapping.
Art. 36. Tout supérieur hiérarchique d'un rang au moins égal à celui de chef de corps qui estime que la suspension ou la radiation du personnel navigant doit être prononcée à l'égard d'un membre d'une catégorie du personnel navigant autre que celles visées à l'article 23, rédige un rapport détaillé contenant un exposé des faits, un avis sur leur gravité ainsi que des propositions quant au prononcé d'une suspension ou d'une radiation.