Traduction de «Gehalogeneerde koolwaterstof » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

gehalogeneerde koolwaterstof | halogeenhoudende koolwaterstof | halogeenkoolwaterstof
composé halocarboné | halocarbone | halocarbure | hydrocarbure halogéné

chloorfluorkoolwaterstoffen | gedeeltelijk gehalogeneerd koolwaterstof | HCFK [Abbr.] | HCFK's [Abbr.]
hydrocarbure chlorofluoré | hydrocarbure partiellement fluoré | hydrocarbure partiellement halogéné | hydrochlorofluorocarbone | HCFC [Abbr.]

koelmiddel op basis van gehalogeneerde koolwaterstof
agent frigorigène halocarboné | fluide frigorigène halocarboné | frigorigène halocarboné

onvolledig gehalogeneerde fluorkoolwaterstof
hydrofluorocarbone

gehalogeneerd
halogéné

onopzettelijke vergiftiging door en blootstelling aan organische oplosmiddelen en gehalogeneerde koolwaterstoffen en dampen ervan
Intoxication accidentelle par des solvants organiques et des hydrocarbures halogénés et leurs émanations et exposition à ces produits

absorber voor gehalogeneerde damp
absorbeur de vapeur halogénée

opzettelijke auto-intoxicatie door en opzettelijke blootstelling aan organische oplosmiddelen en gehalogeneerde koolwaterstoffen en dampen ervan
Auto-intoxication par des solvants organiques et des hydrocarbures halogénés et leurs émanations et exposition à ces produits

vergiftiging door en blootstelling aan organische oplosmiddelen en gehalogeneerde koolwaterstoffen en dampen ervan - opzet niet bepaald
Intoxication par des solvants organiques et des hydrocarbures halogénés et leurs émanations et exposition à ces produits, intention non déterminée

koolwaterstof
hydrocarbure

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Op het etiket van de verpakking van vloeibare preparaten die geen vlampunt of een vlampunt boven 55 °C hebben en die een gehalogeneerde koolwaterstof en meer dan 5 % licht ontvlambare of ontvlambare stoffen bevatten, moet de volgende vermelding zijn aangebracht:
L'étiquette des emballages contenant des préparations liquides qui ne présentent pas de point d'éclair ou dont le point d'éclair est supérieur à 55°C et qui contiennent un hydrocarbure halogéné et plus de 5 % de substances inflammables ou facilement inflammables doit porter, selon le cas, l'une des inscriptions suivantes:

Het ozonafbrekend vermogen (ODP, ozone depleting potential) is een geïntegreerde grootheid die voor elke gehalogeneerde koolwaterstof verschilt en de mate van ozonafbraak in de stratosfeer aangeeft die de gehalogeneerde koolwaterstof naar verwachting op massabasis in vergelijking met CFC-11 zal veroorzaken.
Le potentiel d’appauvrissement de la couche d’ozone (ODP) est une valeur intégrale, particulière à chaque hydrocarbure halogéné, constituant un élément source qui représente la destruction de l’ozone stratosphérique que peut provoquer l’hydrocarbure, à masse égale, par rapport au CFC-11.

Op het etiket van de verpakking van vloeibare preparaten die geen vlampunt of een vlampunt boven 55 °C hebben en die een gehalogeneerde koolwaterstof en meer dan 5 % licht ontvlambare of ontvlambare stoffen bevatten, moet de volgende vermelding zijn aangebracht :
L'étiquette des emballages contenant des préparations liquides qui ne présentent pas du point d'éclair ou dont le point d'éclair est supérieur à 55 °C et qui contiennent un hydrocarbure halogéné et plus de 5 % de substances inflammables ou facilement inflammables doit porter, selon le cas, l'une des inscriptions suivantes :

Bij de selectie van stoffen voor opname in de actielijst dient prioriteit te worden gegeven aan toxische, persistente en bioaccumulatieve stoffen van antropogene oorsprong (bijvoorbeeld cadmium, kwik, gehalogeneerde koolwaterstofverbindingen, koolwaterstoffen uit aardolie en, in voorkomend geval, arsenicum, lood, koper, zink, beryllium, chroom, nikkel, vanadium, organosilicon-verbindingen, cyanide, fluoriden en pesticiden of hun bijproducten anders dan gehalogeneeerde koolwaterstof-verbindingen).
Lors de la sélection des substances à inscrire sur une liste d'intervention, la priorité doit être donnée aux substances toxiques, persistantes et bioaccumulatives d'origine anthropique (par exemple, cadmium, mercure, organohalogénés, hydrocarbures de pétrole et, lorsqu'il y a lieu, arsenic, plomb, cuivre, zinc, béryllium, chrome, nickel, vanadium, composés organosiliciés, cyanures, fluorures et pesticides ou leurs dérivés autres que les organohalogénés).