Het achtste middel in de zaak nr. 6136 is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5.4 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de artikelen 29, §§ 3, 4 en 5, 41, § 5, 46, §§ 1 en 2, 48, §§ 1 en 2, en 67, § 1, van de Interneringswet 2014 voorzien in het meedelen, ter voorlichting, van tal van adviezen aan de kamer voor de bescherming van de maatschappij en in de oproeping van de raadsman van de geïnterneerde via een gerechtsbrief, zonder dat diezelfde adviezen aan hem worden meegedeeld, samen met die gerechtsbrief.
Le huitième moyen dans l'affaire n° 6136 est pris de la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 5.4 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que les articles 29, §§ 3, 4 et 5, 41, § 5, 46, §§ 1 et 2, 48, §§ 1 et 2, et 67, § 1, de la loi de 2014 sur l'internement prévoient la communication à la chambre de protection sociale de nombreux avis visant à l'informer et la convocation du conseil de l'interné par pli judiciaire, sans que ces mêmes avis lui soient communiqués en complément de ce pli judiciaire.