Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder:
1° Vlaamse openbare statistieken: de statistieken die door de Vlaamse overheidsinstanties worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid, die relevant en nodig zijn bij de uitwerking, uitvoering, opvolging of evaluatie van het Vlaamse beleid of tegemoet komen aan verplichtingen die zijn opgelegd door het Inte
rfederaal Instituut voor Statistiek of internationale statistiekinstellingen en die publiek beschikbaar zijn als open data;
...[+++] 2° Vlaamse overheidsinstanties: a) de departementen; b) de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid; c) de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid; d) de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen; e) de Vlaamse Gemeenschapscommissie; f) de Vlaamse gemeenten en provincies; g) de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie; h) de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs; i) de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening; j) VITO; 3° Vlaamse statistische autoriteit: een dienst als vermeld in artikel 36 van het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende nadere regels voor de werking van het Interfederaal Instituut voor Statistiek, van de raad van bestuur en de wetenschappelijke comités van het Instituut voor de Nationale Rekeningen.Art. 2. Dans le présent décret,
on entend par : 1° statistiques publiques flamandes : les statistiques développées, produites et diffusées par les instances publiques flamandes, qui sont pertinentes et nécessaires à l'élaboration, à la mise en oeuvre, au suivi et à l'évaluation de la politique flamande, qui répondent aux obligations imposées par l'Institut interfédéral de Statistique ou les instances internationales de statistique et qui sont publiquement disponibles comme données ouvertes ; 2° instances publiques flamandes : a) les départements ; b) les agences autonomisées internes sans personnalité juridique ; c) les agences auton
...[+++]omisées internes dotées de la personnalité juridique ; d) les agences autonomisées externes de droit public ; e) la Commission communautaire flamande ; f) les communes et provinces flamandes ; g) la « Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie » (Organisation de Radiodiffusion et Télévision flamande) ; h) les services administratifs du Conseil de l'Enseignement communautaire ; i) la « Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening » (Société flamande de Distribution d'Eau) ; j) VITO ; 3° autorité statistique flamande : un service, tel que visé à l'article 36 de l'accord de coopération du 15 juillet 2014 entre l'Etat fédéral, la Région flamande, la Région wallonne, la Région de Bruxelles-Capitale, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone, la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale et la Commission communautaire française concernant les modalités de fonctionnement de l'Institut intérfédéral de statistique, du conseil d'administration et des Comités scientifiques de l'Institut des Comptes nationaux.