De minister kan andere dan de in § 1 genoemde werken die bijdragen tot de verduurzaming van het terrein op het gebied van intensief ruimtegebruik, energiebesparing, waterbesparing, gebruik van duurzame energie en grijs water, afvalpreventie en afvalscheiding, milieuvriendelijk verkeer en vervoer en het gezamenlijk gebruik van materieel, faciliteiten en diensten in aanmerking nemen.
Le Ministre peut considérer d'autres travaux que ceux mentionnés au § 1 qui contribuent à la durabilité du terrain sur le plan de l'utilisation intensive de l'espace, l'économie d'énergie, l'économie d'eau, l'utilisation d'énergie durable, la prévention en matière de déchets et de séparation de déchets, de circulation et de transport écologique et de l'utilisation commune de matériel, de facilités et de services.