Traduction de «Groenteteelt » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

groenteteelt
maraîchage

groenteteelt op mosveen en berkenveen
hortillonnage

groenteteelt [ groentetuin | productie van verse groente | tuinbouwproductie ]
culture maraîchère [ jardin maraîcher | maraîchage | production de légumes frais | production maraîchère ]

groenteteelt op akkerbouwbedrijven | teelt van groente als veldgewas
culture maraîchère de plein champ

groenteteelt
culture maraîchère

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

1. De groenteteelt, met inbegrip van de speciale teelten, zoals de witloofteelt : barema groenteteelt - 145.6.
1. La culture maraîchère, y compris les cultures spéciales telle que celle du chicon : barème culture maraîchère - 145.6.

De investeringen in de sectoren van de wijnbouw, fruitteelt en groenteteelt houden in grote mate verband met de aanpassing aan de acquis-normen.
Les investissements dans les secteurs du vin, des fruits et des légumes sont étroitement liés à l'adoption des normes de l'acquis.

Bij de "Investeringen in landbouwbedrijven" nemen de akkerbouw, fruitteelt en groenteteelt nog altijd een zeer groot deel voor hun rekening (77 %), wat tot op zekere hoogte door de aanzienlijke behoeften op het gebied van rationalisatie en mechanisatie wordt gerechtvaardigd en ten dele het gevolg is van economische moeilijkheden in de veeteeltsectoren en de zwakke kredietvoorziening voor het platteland.
Quant à la mesure «investissements dans les exploitations agricoles», la part des secteurs des cultures arables, des fruits et des légumes y demeure extrêmement élevée (77 %), ce qui s'explique dans une certaine mesure par les importants besoins de rationalisation et de mécanisation, dus en partie aux difficultés économiques dans le secteur de l'élevage et à l'insuffisance des services de crédit rural.

Wat de investeringen in landbouwbedrijven betreft, was in het licht van de vereisten van het acquis de behoefte aan investeringen het grootst in de veeteeltsector en, tot op zekere hoogte, in de sectoren van de wijnbouw, de fruitteelt en de groenteteelt.
En ce qui concerne les investissements dans les exploitations agricoles, les secteurs les plus essentiels en termes d’exigences relatives aux investissements liés à l’acquis sont l’élevage, et, dans une certaine mesure, la viniculture et le secteur des fruits et légumes.

Voor de groenteteelt, de witloofteelt, de champignon- en fruitteelt neemt de referteperiode een aanvang op 1 april en loopt zij af op 31 maart van het daaropvolgend jaar.
Pour la culture maraîchère, la culture des chicons et des champignons et la fructiculture, la période de référence prend cours au 1 avril et prend fin au 31 mars de l'année civile suivante.

Art. 4. Voor de in de hierboven vermelde koninklijke besluiten opgenomen activiteiten die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, dienen respectievelijk de volgende loonbarema's te worden toegepast : 1. De groenteteelt, met inbegrip van de speciale teelten, zoals de witloofteelt : barema groenteteelt - 145.6.
Art. 4. Pour les activités reprises dans les arrêtés royaux susmentionnés, qui ressortissent au champ de compétence de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles, les barèmes salariaux suivants sont respectivement d'application : 1. La culture maraîchère, y compris les cultures spéciales telle que celle du chicon : barème culture maraîchère - 145.6.

Art. 3. Voor de verschillende activiteiten die ressorteren onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf gelden de volgende loonbarema's : - Barema bloemisterij : 145.1; - Barema bosboomkwekerij : 145.2; - Barema boomkwekerij : 145.3; - Barema tuinaanleg : 145.4; - Barema fruitteelt : 145.5; - Barema groenteteelt : 145.6; - Barema champignonteelt : 145.7.
Art. 3. Pour les différentes activités qui ressortissent au champ d'application de la Commission paritaire pour les entreprises horticoles, les barèmes salariaux suivants sont d'application : - Barème floriculture : 145.1; - Barème sylviculture : 145.2; - Barème pépinières : 145.3; - Barème implantation de jardins : 145.4; - Barème fruiticulture : 145.5; - Barème culture maraîchère : 145.6; - Barème culture de champignons : 145.7.

Gebrek aan personeel in het cellencomplex - Berkendaal Vervaardiging en verpakking van Atoma-schriften Verpakking van naaigerei Vertalingen van documenten NL-FR en FR-NL Verpakking van kaarten Vervaardiging van sieraden Vervaardiging van displays en verpakking Vervaardiging van catalogi voor winkels - Jamioulx Verpakking van riemen papier Tafellakens vouwen Montage van elektrische penselen - Namur Verpakking van ingepakte levensmiddelen Montage en assemblage van spray gun kits Verpakking van farmaceutische ampullen - Huy Scan van documenten Montage van verlichtingssystemen voor veranda's Metalen onderdelen voorzien van schroefdraad en afkanten - Dinant Verpakking en herverpakking van klein materiaal Montage van elektriciteits-/elektronicakabels Hekwerk gladschuren - Marneffe Verpakking van wierook en parfums - Andenne Verpakking van ingepakte en niet-ingepakte levensmiddelen Montage en verpakking van luchtverversers Fabricage van rubberen moffen voor gsm-antennes Kaarten vouwen - Lantin Smeedwerken Elektriciteitswerken Kartonnagewerk Kleermakerij Onderhoud van linnen - Paifve Kartonnagewerk Marche-en-Famenne Kartonnagewerk Houtbewerking Bewerking van uit mortex vervaardigde producten Verpakking van levensmiddelen - Saint-Hubert Schrijnwerkerij Palletten Kleermakerij Zeilen schoonmaken Groenteteelt Bosbouw Kaasmakerij Runderteelt - Arlon Kartonnagewerk Verpakking 3.
Manque de personnel cellulaire - Berkendael Réalisation et conditionnement de cahier Atoma Conditionnement articles de couture Traduction de document Nl-Fr, Fr-Nl Conditionnement de cartes Création de bijoux Création de displays et conditionnement Réalisation de catalogue pour magasin - Jamioulx Conditionnement de rames de papier Pliage de nappes Montage de pinceaux électriques. - Namur Conditionnement de denrées alimentaires emballées Montage et assemblage de kits spraygun Conditionnement d'ampoules pharma. - Huy Scanning de documents Montage de système d'éclairage pour vérandas Taraudage et chanfreinage de pièces métalliques. - Dinant Conditionnement et reconditionnement de petit matériel Montage de câbles électr(on)iques Ponçage d'enceintes. - Marneffe Conditionnement d'encens et de parfums. - Andenne Conditionnement de denrées alimentaires emballées et non emballées Montage et conditionnement de flacons désodorisants Fabrication de manchons en caoutchouc pour antennes GSM Pliage de cartes. - Lantin Travaux de forge Travaux d'électricité Cartonnage Couture Traitement de linge - Paifve Cartonnage Marche Cartonnage Travail du bois Travail d'éléments en " Mortex " Conditionnement alimentaire - Saint-Hubert Menuiserie Palette Couture Nettoyage de bâches Culture maraîchère Sylviculture Fromagerie Élevage bovin - Arlon Cartonnage Conditionnement 3.

Art. 5. § 1. De gewasgroepen vermeld in artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 zijn vastgesteld als volgt : 1° gewasgroep 1, met het opschrift " weiden en voedergewassen" , is samengesteld is uit de volgende gewassen : a. blijvend weiland; b. tijdelijk weiland; c. snijmaïs; d. klaver; e. luzerne; f. andere voedergewassen; g. percelen met minder dan 50 bomen per hectare weiland; h. traject gevogelte; i. traject varkens; 2° gewasgroep 2, met het opschrift « boomteelt, tuinbouw en zaadproductie » is samengesteld uit de volgende gewassen : a. groenteteelt in volle grond; b. groenteteelt onder beschermingsafdekking; c. fruit- en sierplanten; d. aromatische planten; e. medicinale planten; f. niet-eetbare tuinbouwgewassen; g. meerjarige fruitteelten; h. fruitteelt met meer dan 250 bomen per hectare; i. hazelaar; j. notenboom; k. hop; l. wijngaard; m. brandnetel; n. angelica; o. elk gewas en alle voedergrassen bestemd voor de productie van zaaizaad als de landbouwer bewijst dat het product verkocht wordt als « zaadproductie volgens de biologische methode », alsook pootaardappelen als de landbouwer bewijst dat het product als « « pootgoed » verkocht wordt en aardbeiplanten; 3° gewasgroep 3, met het opschrift « overige gewassen », is samengesteld is uit de volgende gewassen : a. graangewassen, met uitzondering van snijmaïs; wat korrelmaïs betreft, bewijst de landbouwer bewijst dat het product als « korrelmaïsproductie » is verkocht of door zijn dieren is verbruikt; b. oliehoudende planten; c. vezelgewassen; d. eiwithoudende gewassen; e. voeder- en suikerbieten; f. aardappelen als de landbouwer bewijst dat het product als « aardappelproductie » verkocht wordt; h. cichorei; i. fruitboomteelt (hoogstam) van 50 à 250 bomen par hectare, incluis.
Art. 5. § 1 . Les groupes de cultures mentionnés à l'article 8, alinéa 1 , de l'arrêté du Gouvernement wallon du 3 septembre 2015 sont établis comme suit : 1° le groupe de cultures 1, intitulé « prairies et cultures fourragères » est composé des cultures suivantes : a. prairies permanentes; b. prairies temporaires; c. maïs ensilage; d. trèfles; e. luzerne; f. autres fourrages; g. parcelles de moins de 50 arbres par hectare en prairies; h. parcours volailles; i. parcours porcins; 2° le groupe de cultures 2, intitulé « arboriculture, maraîchage et production de semences » est composé des cultures suivantes : a. maraîchères de pleine terre; b. maraîchères sous abris; c. plants fruitiers et plantes ornementales; d. plantes aromatiques; e. plantes médicinales; f. horticoles non comestibles; g. fruitières pluriannuelles; h. arboriculture fruitière de plus de 250 arbres par hectare; i. noisetier; j. noyer; k. houblon; l. vigne; m. ortie; n. angélique; o. toute culture et graminées fourragères destinées à produire des semences si l'agriculteur prouve la vente du produit comme « production de semences en mode biologique », ainsi que les plants de pommes de terre si l'agriculteur prouve la vente du produit comme « plants » et les fraisiers; 3° le groupe de cultures 3, intitulé « autres cultures » est composé des cultures suivantes : a. céréales à l'exception du maïs ensilage; pour le maïs grain, l'agriculteur prouve la vente ou l'autoconsommation pour ses animaux du produit comme « production maïs grain »; b. oléagineux; c. plantes à fibres; d. protéagineux; e. betteraves fourragères et sucrières; f. pommes de terre si l'agriculteur prouve la vente du produit comme « production de pomme de terre »; h. chicorées; i. arboriculture fruitière de haute tige de 50 à 250 arbres par hectare, inclus.