In de parlementaire voorbereiding wordt gepreciseerd dat « verschoonbaarheid [.] een gunst [is] die aan de handelspartner wordt gegeven inzoverre hij, naar redelijke verwachtingen, een betrouwbare tegenpartij zal zijn wiens handels- of industriële activiteit het algemeen belang zal dienen » (ibid., p. 36).
Les travaux préparatoires précisent que « l'excusabilité reste une mesure de faveur accordée au débiteur qui, nonobstant sa faillite, peut être un partenaire commercial fiable dont le maintien en activité commerciale ou industrielle sert l'intérêt général » (ibid., p. 36).