Art. 24. In de gevallen waarin grond bestaat tot hervatting van het rechtsgeding, geschiedt zulks door de rechtsopvolger door middel van een verzoekschrift dat een uiteenzetting van de redenen van hervatting bevat en dat voor het overige voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 39/69, § 1, eerste lid, en tweede lid, 1s°, tot en met 3° en 5° tot en met de 7°.
Art. 24. Dans les cas où il y a lieu à reprise d'instance, celle-ci est faite par l'ayant droit au moyen d'une requête contenant un exposé des motifs de la reprise et qui, pour le surplus, satisfait aux conditions visées à l'article 39/69, § 1, alinéa 1, et alinéa 2, 1° à 3° et 5° à 7°.