Er mag van die regel slechts worden afgeweken wanneer de belastingplichtige het bewijs levert dat de normaal verschuldigde BTW geheel of gedeeltelijk niet werd aangerekend aan zijn klanten of wanneer het, gelet op de voorhanden zijnde feitelijke gegevens, als vaststaand kan worden aangenomen dat die aanrekening niet gebeurde (nr. 24/24, 2de lid, van dezelfde commentaar).
On ne peut déroger à cette règle que lorsque le contribuable apporte la preuve que la TVA normalement due n'a pas été portée en compte à ses clients ou ne l'a été que partiellement ou lorsque, eu égard aux éléments de fait disponibles, on peut considérer comme acquis qu'il en a été ainsi (n° 24/24, alinéa 2, du même commentaire).