10) Het vermogen en de inrichting van de hulpinrichting om het roer in beweging te brengen, moeten zodanig zijn dat het roer van 15 graden uitslag aan één zijde in ten hoogste 60 seconden naar 15 graden uitslag aan de andere zijde kan worden bewogen, wanneer het vaartuig zich met de helft van de maximumdienstsnelheid of 7 knopen, al naar gelang welke snelheid de grootste is, vooruit beweegt.
10) Le moyen auxiliaire de commande du gouvernail doit pouvoir orienter le gouvernail de la position 15 degrés d'un bord à la position 15 degrés de l'autre bord en 60 secondes au plus lorsque le navire est en marche avant à une vitesse égale à la moitié de la vitesse maximale de service ou à la vitesse de 7 noeuds si cette dernière est plus élevée.