Een lid verklaarde dienaangaande : « De spreekster deelt de bezorgdheid van [...] aangaande de schijnsamenwoning, maar is verwonderd dat zij de wettelijke samenwoning wil afschaffen, of op zijn minst de eraan gekoppelde voordelen inzake vestiging wil opheffen. Een dergelijke maatregel zou inderdaad als neveneffect hebben dat een in België verblijvende homoseksueel niet langer een paar zou kunnen vormen met, bijvoorbeeld, een Oegandese homoseksueel. Aangezien de spreekster wil dat de wettelijke samenwoning in het Belgische recht wordt gehandhaafd, zal zij een amendement in die zin indienen » (ibid., p. 23).
Un membre a déclaré à ce sujet : « L'intervenante partage la préoccupation de [...] au sujet des cohabitations de complaisance, mais s'étonne qu'elle veuille supprimer la cohabitation légale, ou, à tout le moins, abroger les avantages relatifs au droit d'établissement. Pareille mesure poserait, en effet, problème, lorsqu'un homosexuel établi en Belgique ne pourrait plus former un couple avec un homosexuel ougandais, pour ne choisir que cet exemple. Se déclarant favorable au maintien de la cohabitation légale en droit belge, elle déposera un amendement en ce sens » (ibid., p. 23).