4. Hoeveel spoorassen, uitgedrukt in aantal en in kilometers, bevinden zich: a) in Vlaanderen en hoeveel daarvan zijn erkend als hoofdassen; b) in Wallonië en hoeveel daarvan zijn erkend als hoofdassen?
4. Combien de lignes ferroviaires, exprimé en unités et en nombre de kilomètres, se situent: a) en Flandre et combien d'entre elles sont cataloguées comme lignes principales; b) en Wallonie et combien d'entre elles sont cataloguées comme lignes principales?