4. betreurt dat de lidstaten in de loop van de huidige programmeringsperiode 2007-2013 amper 3% (9 miljard euro) van alle middelen hebben toegewezen voor maatregelen ter bevordering van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in het kader van operationele programma's, en dat dit investeringspercentage in de nieuwe lidstaten nog lager ligt, nl. 2,4%;
4. regrette que, dans le cadre de la période de programmation actuelle (2007-2013), les États membres n'allouent qu'une fraction de 3 % (9 milliards d'euros) du montant total des aides au financement des mesures en faveur de l'efficacité énergétique et des énergies renouvelables, et ce au titre des programmes opérationnels, et déplore le niveau encore plus bas de ces investissements dans les nouveaux États membres (2,4 %);