2.1.5. Parallel hiermee moeten de luchtvaartbetrekkingen met Centraal-Azië (Oezbekistan, Kazachstan, Kirgistan, Tadzjikistan, Turkmenistan) worden geïntensiveerd, met horizontale overeenkomsten als vertrekpunt.
2.1.5. En parallèle, les relations aériennes doivent se renforcer avec l’Asie centrale (Ouzbékistan, Kazakhstan, Kirghizstan, Tadjikistan, Turkménistan), avec pour point de départ des accords horizontaux.