Sinds 1990 hebben de opeenvolgende ministers van Justitie echter, met de middelen waarover zij beschikten, gepoogd de rechterlijke macht ervan te overtuigen dat de voorlopige hechtenis een uitzonderlijke maatregel moet zijn, en dat de voorkeur gegeven dient te worden aan alternatieven.
Mais, faisant usage des moyens à leur disposition, les ministres successifs de la Justice ont tenté, depuis 1990, d'inciter le pouvoir judiciaire à traduire dans la pratique le caractère exceptionnel de la détention préventive, et à lui préférer d'autres alternatives.