5.2.2. De bedieningsinrichting moet zodanig ontworpen, geconstrueerd en bevestigd zijn dat zij geen delen of accessoires, met inbegrip van de bediening van de klaxon en alle overige delen, omvat, waaraan de bestuurder met zijn kleding of sieraden kan blijven vastzitten bij een normale besturing van het voertuig.
5.2.2. La commande de direction est conçue, construite et montée de façon à ne pas comporter d'éléments ou accessoires, y compris la commande de l'avertisseur et les éléments d'habillage, susceptibles d'accrocher les vêtements ou les bijoux du conducteur durant les manoeuvres normales de conduite.