20. wijst erop dat ondervoeding van kinderen niet alleen voortvloeit uit een tekort aan voedsel en een gebrek aan infrastructuur, maar ook uit problemen met betrekking tot de voedseldistributie, ontoereikende toegang tot voedsel en een gebrek aan koopkracht, in het bijzonder gezien de hoge voedselprijzen die nog eens verder stijgen als gevolg van speculatie met grondstoffen; merkt op dat een gebrek aan koopkracht met name de armen in stedelijke gebieden treft, die niet in staat zijn hun eigen voedsel te produceren; acht het daarom belangrijk om kleine boeren en traditionele landbouwmethodes te beschermen;
20. souligne que la malnutrition infantile ne résulte pas uniquement de pénuries alimentaires et du manque d'infrastructures, mais aussi de problèmes de répartition de la nourriture et d'insuffisance de l'accès aux aliments, ainsi que de l'absence de p
ouvoir d'achat, notamment du fait de la hausse des prix alimentaires aggravée par la spéculation sur les matières premières; fait observer que la faiblesse du pouvoir d'achat touche principalement les populations pauvres des zones urbaines qui n'ont pas la possibilité de produire leur propre nourriture; estime qu'il est important, à cette fin, de protéger les petits exploitants agricoles
...[+++]et les cultures traditionnelles;