Er dient inderdaad opgemerkt te worden dat, door de gecombineerde toepassing van de artikelen 12bis , eerste lid, en 25quater , § 1, eerste lid, van het BTW-Wetboek (uitvoering van artikel 28bis , lid 5, b , en 28bis , lid 6, van de zesde richtlijn), het loutere feit van de verzending door een belastingplichtige van een lichamelijk goed van zijn
bedrijf van de ene lidstaat naar een andere lidstaat, in de lidstaat van vertrek aangemerkt wordt als een overbrenging die gelijkgesteld wordt met een levering onder bezwarende titel en in de lidstaat van aankomst als een bestemming gelijkgesteld met een
intracommunautaire ...[+++]verwerving van goederen onder bezwarende titel.
Il y a lieu de remarquer en effet que par application combinée des articles 12bis , alinéa 1 , et 25quater , § 1 , alinéa 1 , du Code de la TVA (retranscription de l'article 28bis , alinéa 5, b , et 28bis , alinéa 6, de la 6 directive), le simple fait pour un assujetti de transporter un bien corporel de son entreprise d'un État membre vers un autre État membre est considéré dans l'État membre de départ comme un transfert assimilé à une livraison à titre onéreux et dans l'État membre d'arrivée comme une affectation assimilée à une acquisition intracommunautaire à titre onéreux.