1.1.6. De overige delen van de uitrusting van het voertuig die niet onder bovenstaande punten vallen, zoals schuifrails van zitplaatsen, inrichtingen voor verstelling van zitplaats of rugleuning, oprolinrichtingen voor veiligheidsgordels enz. zijn niet onderworpen aan enig voorschrift indien zij onder een horizontaal vlak zijn gelegen dat door het stoelindexpunt van elke zitplaats loopt, zelfs wanneer de inzittende waarschijnlijk in contact zal komen met deze delen.
1.1.6. Les autres éléments d’équipement du véhicule non couverts par les points précédents tels que glissières de sièges, dispositifs de réglage du siège ou du dossier, dispositifs enrouleurs pour ceintures de sécurité, etc. ne sont soumis à aucune de ces prescriptions s’ils sont situés en dessous d’un plan horizontal passant par le point de référence du siège de chaque siège, même si l’occupant est susceptible d’entrer en contact avec eux.