In een uitsparing in de bol wordt een drieassige versnellingsmeter (of worden drie eenassige versnellingsmeters) gemonteerd waarbij voor de meetas de locatie van de seismische massa maximaal 10 mm van het middelpunt van de bol mag afwijken en voor de richting die loodrecht op de meetas staat, de locatie van de seismische massa maximaal 1 mm van het middelpunt van de bol mag afwijken.
Une cavité dans la sphère permet le montage d’un accéléromètre triaxial ou de trois accéléromètres uniaxiaux avec, dans le cas de l’axe de mesure, une tolérance de ±10 mm pour le positionnement de la masse sismique par rapport au centre de la sphère et, dans le cas de la direction perpendiculaire à l’axe de mesure, une tolérance de ±1 mm pour le positionnement de la masse sismique par rapport au centre de la sphère.
