De in § 2 geviseerde personen houden dagelijks een register bij waarin de processen van controle van de goede werking, van onderhoud, van herstel, van stopzetting en de heropstart, volgend op de stopzetting, van de meetapparaten worden beschreven.
Les personnes visées au paragraphe 2 tiennent à jour un registre décrivant les opérations de contrôle de bon fonctionnement, de maintenance, de réparation, de mise à l'arrêt et de remise en fonctionnement, suite à la mise à l'arrêt, des appareils de mesures.