Traduction de «Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg
Ministre du Travail et de la Prévoyance sociale

Minister van Arbeid en Sociale Zekerheid
ministre du travail et de la sécurité sociale

Minister van Arbeid en Sociale Voorzieningen
ministre du travail et de la prévoyance sociale

Minister van Arbeid en Sociale Zaken
ministre fédéral du travail et des affaires sociales

Minister van Sociale Voorzorg
Ministre de la Prévoyance sociale

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Sayyed, Saiduddine, Maulavi (Vice-minister van Arbeid en Sociale Zaken)
Sayyed, Saiduddine, Maulavi (ministre adjoint du travail et des affaires sociales)

4° in artikel 6 worden de woorden "de administratie die de arbeidsbetrekkingen en -reglementering in haar bevoegdheid heeft en die behoort tot het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "de administratie Toezicht op de sociale wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg".
4° dans l'article 6, les mots « l'administration qui a dans ses attributions la réglementation et les relations du travail et qui relève du Ministère du Travail et de la Prévoyance sociale » sont remplacés par les mots « l'administration Contrôle des lois sociales du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale ».

3° in de artikelen 3 en 4 worden de woorden "het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg" vervangen door de woorden "de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg";
3° dans les articles 3 et 4, les mots « du Ministère du Travail et de la Prévoyance sociale » sont remplacés par les mots « du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale »;

Voor Chili : de minister van Arbeid en Sociale Voorzorg.
En ce qui concerne le Chili : le ministre du Travail et de la Prévoyance sociale.

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1957 betreffende de verdeling van de bevoegdheden der ambtenaren en beambten van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg en de Administratie der Mijnen, belast met de arbeidsinspectie;
Vu l'arrêté royal du 23 décembre 1957 concernant la répartition des attributions des fonctionnaires et agents du Ministère du Travail et de la Prévoyance sociale et de l'Administration des Mines, chargés de l'inspection du travail;

Art. 5. In het koninklijk besluit van 23 december 1957 betreffende de verdeling van de bevoegdheden der ambtenaren en beambten van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg en de Administratie der Mijnen, belast met de arbeidsinspectie worden volgende wijzigingen aangebracht :
Art. 5. Dans l'arrêté royal du 23 décembre 1957 concernant la répartition des attributions des fonctionnaires et agents du Ministère du Travail et de la Prévoyance sociale et de l'Administration des Mines, chargés de l'inspection du travail, les modifications suivantes sont apportées :

Het was de bedoeling te voorkomen dat de partij zou aarzelen om deze maatregel te vragen uit vrees de geviseerde rechter te ontstemmen (zie Verslag nr. 170 van 9 maart 1965, namens de commissies voor de Justitie en voor de Tewerkstelling, Arbeid en Sociale Voorzorg, uitgebracht door de heer De Baeck, Pasin., 1967 [suppl.], blz. 850).
Il s'agissait d'« éviter que la partie n'hésite à demander cette mesure par la crainte d'indisposer le juge qui en serait l'objet » (Rapport nº 170 du 9 mars 1965 fait au nom des Commissions de la justice et de l'emploi, du travail et de la prévoyance sociale par M. De Baeck, Pasin., 1967 [suppl.], p. 850).

Wat er ook van zij, het staat vast dat de doorsnee Belg er zich doorgaans in verheugt de overheid te tarten door bedrog te plegen, wanneer hij dit kan doen zonder teveel risico». Aldus schreef de heer Henri Fuss, ere-secretaris-generaal van het ministerie van Arbeid en Sociale voorzorg in 1951.
Quoi qu'il en soit, il est clair que le Belge moyen prend systématiquement plaisir à braver les pouvoirs publics en fraudant, lorsqu'il peut le faire sans prendre de risques excessifs» (traduction) Voilà ce qu'écrivait M. Henri Fuss, secrétaire général honoraire du ministère du Travail et de la Prévoyance sociale, en 1951.