"105/3° waterrijke gebieden: de gebieden met moerassen, vennen, veen- of plasgebieden, natuurlijk of kunstmatig, blijvend of tijdelijk, met stilstaand of stromend water, zoet, brak of zout, met inbegrip van zeewater, waarvan de diepte bij eb niet meer dan zes meter bedraagt; ".
" 105/3° zones humides : les zones entrecoupées de marais, d'étangs, de tourbières ou de flaques d'eau, de surfaces d'eau naturelles ou artificielles, permanentes ou temporaires, contenant de l'eau stagnante ou courante, douce, saline ou salée, en ce compris l'eau de mer, dont la profondeur à marée basse n'est pas supérieure à six mètres ; ".