§ 1 De rechthebbende kan, zonder nader bewijs, een voertuig als verloren beschouwen, wanneer hij de spoorwegvervoeronderneming waaraan hij het voertuig voor gebruik als vervoermiddel ter beschikking heeft gesteld, heeft verzocht dit voertuig op te sporen en indien dit voertuig niet binnen drie maanden na ontvangst van zijn verzoek te zijner beschikking is gesteld, of wanneer hij geen enkele aanwijzing heeft gekregen omtrent de plaats waar het voertuig zich bevindt.
§ 1 L'ayant droit peut, sans avoir à fournir d'autres preuves, considérer un véhicule comme perdu lorsqu'il a demandé à l'entreprise de transport ferroviaire à laquelle il a confié le véhicule pour utilisation en tant que moyen de transport, de faire rechercher ce véhicule et si ce véhicule n'a pas été mis à sa disposition dans les trois mois qui suivent le jour de l'arrivée de sa demande ou bien lorsqu'il n'a reçu aucune indication sur le lieu où se trouve le véhicule.