Aangezien de nationale rechterlijke instanties bevoegd blijven voor procedures betreffende het recht op het Gemeenschapsoctrooi, kan een nietigverklaring op de in lid e) genoemde grond door de gecentraliseerde rechterlijke instantie slechts worden uitgesproken na een vonnis van een nationale rechterlijke instantie (zie artikel 31, lid 2, van deze verordening).
Or, étant donné que les tribunaux nationaux restent compétents pour les actions concernant le droit au brevet communautaire, une déclaration de nullité pour la cause visée au paragraphe e) par la juridiction centralisée ne peut intervenir qu'après le jugement d'un tribunal national (voir article 31, paragraphe 2, du présent règlement).