Aangevoerde middelen: schending van regel 50, lid 1, van verordening nr. 2868/95 van de Commissie en artikelen 76, 8 en 8, lid 2, sub c, van verordening nr. 207/2009 van de Raad, aangezien de kamer van beroep (i) geen gebruik heeft gemaakt van haar recht om de feiten ambtshalve te onderzoeken en rekening te houden met feiten die h
et resultaat van de oppositie waarschijnlijk kunnen beïnvloeden; (ii) blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door „PIERRE ROBERT” niet als een algemeen bekend merk te beschouwen; (iii) haar verplichtingen niet is nagekomen door geen rekening te houden met de in bijlage 1 opgenomen en bij de inste
...[+++]lling van de oppositie overgelegde bewijsstukken; en (iv) door het certificaat van het Zweedse octrooi- en merkenbureau, dat is overgelegd voordat de oppositieafdeling een beslissing heeft genomen, niet te aanvaarden.Moyens invoqués: Violation de la règle 50, paragraphe 1, du règlement no 2868/95 de la Commission, et des articles 76, paragraphe 8, et 8, paragraphe 2, sous c), du règlement no 207/2009 du Conseil, en ce que la chambre de recours: i) a négligé son droit d’examiner d’office les faits et de prendre en compte des faits qui seraient apparemment susceptibles d’affect
er le résultat de l’opposition; ii) a commis une erreur en droit en ne considérant pas la marque «PIERRE ROBERT» comme une marque renommée; iii) a omis de prendre en considération les éléments de preuve (joints en Annexe 1) en rapport avec l’introduction de l’opposition; et iv
...[+++]) n’a pas accepté le certificat émanant du bureau suédois des brevets produit avant que la division d’opposition rende sa décision.