Moet richtlijn 69/335/EEG (1) van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG (2) van de Raad van 10 juni 1985, aldus worden uitgelegd dat de rechten die een als ambtenaar werkzame notaris ontvangt voor het verlijden van een notariële akte betreffende een rechtshandeling met als voorwerp de omzetting van een kapitaalvennootschap in een kapitaalvennootschap van andere aard, belastingen in de zin van de richtlijn zijn, ook wanneer die omzetting niet tot een verhoging van het kapitaal van de overnemende of omgezette vennootschap leidt?
La directive 69/335/CEE du Conseil, du 17 juillet 1969, concernant les impôts indirects frappant les rassemblements de capitaux, dans sa rédaction résultant de la directive 85/303/CEE du Conseil du 10 juin 1985 (1), doit-elle être interprétée en ce sens que les droits que [perçoit] un notaire fonctionnaire au titre de l’authentification d’un acte juridique ayant pour objet la transformation d’une société de capitaux en une société de capitaux de type différent sont des impôts au sens de cette directive même lorsque la transformation n’entraîne pas d’augmentation du capital de la société repreneuse ou changeant de forme?